Skip to main content

Is dat makkelijke of moeilijke materie en komen de cijfers die de fabrikant opgeeft overeen met de werkelijkheid?

Gewoon opladen en snelladen

Over de maximale laadsnelheid van een elektrische auto worden veel vragen gesteld. Het is lang niet altijd even duidelijk welke laadsnelheid op welke plek gehaald kan worden en van welke factoren dit afhankelijk is. Er is onderscheid tussen gewoon opladen en snelladen, maar daar blijft het niet bij.

Snelladen van een elektrische auto

Een snellader werkt op gelijkstroom (dc), alle regelapparatuur zit in het laadpunt. Er is altijd een vaste kabel aanwezig die bovendien vloeistofgekoeld is. Bij snelladen is het vrij belangrijk om te weten wat de gedragingen van de auto zijn. Iedere autofabrikant geeft op met welk vermogen valt op te laden. Dat zegt iets, maar lang niet alles. Het is een maximum dat in (bijna) geen geval constant wordt geleverd. Ergens tussen 0 en 100 % acculading zijn de oplaadprestaties optimaal. Als de accu leeg is, gaat opladen het snelst. Raakt de accu voller, dan gaat het laadtempo wat omlaag. Om het gemakkelijk te maken verschilt het gedrag van auto tot auto. Een paar voorbeelden (klikken om te vergroten):

Een Kia EV6 haalt 233 kW

Een Peugeot e-208 is goed voor 101 kW.

Een Tesla Model 3 Standard Range Plus kan opladen met maximaal 170 kW

Externe omstandigheden bij snelladen

Niet alleen de gedragingen van de auto zijn van invloed, ook externe omstandigheden zijn bepalend voor de oplaadsnelheid. Het belangrijkst is dat het accupakket de juiste temperatuur heeft. Niet te warm en niet te koud, ongeveer 30 graden Celsius is optimaal.
Er zijn auto’s die accuvoorverwarming hebben. Zo warmt het accupakket van een Tesla op als een snellaadstation als bestemming is ingevoerd. Dat is bijna altijd nodig voor optimale oplaadprestaties. Ook bij nieuwe modellen van Hyundai en Kia wordt automatisch gezorgd voor de juiste accutemperatuur, wanneer een snellader als reisdoel is ingesteld.
Ontbreekt deze functie, dan kan het zijn dat het accupakket niet de juiste temperatuur heeft en het opladen trager verloopt dan verwacht. Dat valt amper te voorkomen. Eenmaal aan de lader, is het een kwestie van lijdzaam afwachten tot de temperatuur van het accupakket oploopt waardoor de laadsnelheid toeneemt, die twee zaken hangen samen.
Het is logisch dat aan het begin van de rit het accupakket koud of zelfs erg koud kan zijn. Vlak na vertrek snelladen is nooit een goed idee. Wel gunstig is het opvoeren van het tempo enige minuten voor het snelladen, uiteraard zonder verkeersregels te overtreden of de accu zo leeg te rijden dat de bestemming niet meer bereikt kan worden.

De juiste snellader kiezen

Voor de snelst opladende auto’s is de keuze voor de juiste snellader cruciaal. Op locaties waar meerdere laadpunten staan, wil de snelheid per laadpunt nog wel eens verschillen. Er zijn namelijk snelladers die 50 kW leveren, snelladers met een vermogen van 175 kW of zelfs een vermogen van 350 kW. Dat loopt in de nabije toekomst alleen maar op, als ook vrachtwagens hun opwachting maken bij de snellader. Bij de langzaamste categorie snelladers kost opladen veelal meer tijd dan nodig is. Filteren op laadvermogen in een laadpaal-app biedt de oplossing.
Soms wordt het vermogen beperkt door het laadpunt.

Gewoon opladen

Bij een gewoon laadpunt is het lang zo ingewikkeld niet. Nadenken over opladen is niet nodig, of dat nu thuis of op kantoor is. Het is een kwestie van de auto neerzetten, de laadkabel insteken de laadpas aanbieden en opladen.
Bijna altijd wordt het maximale vermogen bepaald door de auto. Verreweg de meeste elektrische auto’s laden op met 11 kW (3x16A), soms is dat 3,7 kW (1x16A). Het verschil zit in de boordlader, soms is dat er eentje die werkt op één fase en soms werkt die op drie fasen.
Verder zijn er verschillende mogelijkheden om te balanceren. Dat betekent dat het laadpunt het stroomverbruik uitleest, via een slimme meter of via stroomspoelen die in de meterkast worden geplaatst. Voor bedrijven is het voordeel dat met een relatief beperkte aansluiting toch veel auto’s vallen op te laden. Thuis kan één auto op maximaal vermogen opladen, tenzij grote stroomverbruikers actief zijn. Als er geen dynamic load balancing is, dan betekent dat minder snel opladen als het gaat om een thuislocatie. Bij een bedrijfslocatie is er ook de mogelijkheid om te werken met een wachtrij, dan blijft het vermogen hoog, maar laden niet alle aangesloten auto’s tegelijk op.
Zoals altijd is er voor het opladen begint communicatie tussen het laadpunt en de auto. Het laadpunt levert wisselstroom, dit wordt in de auto door de boordlader omgezet naar gelijkstroom.
Hoewel het om verschillende redenen voor lang niet iedereen is weggelegd, is het praktisch om zowel een laadpunt thuis als een laadpunt op het werk te hebben of anders op één van beide locaties. Dat betekent namelijk dat parkeren opladen is. Het accupakket is na een paar uur weer vol en dat kost geen enkele moeite.

Conclusie

Snelladen gaat inderdaad snel of zelfs enorm snel. Maar lang niet altijd. Er zijn verschillende beperkende factoren. Het belangrijkste om rekening mee te houden is dat het volledige vermogen nooit wordt geleverd tot 100 % acculading. Wat dat betreft is thuis of op werk opladen eenvoudiger. Daar is het een kwestie van de kabel insteken en na een paar uur vertrekken met een volle batterij. De laadtijd is minder van belang, want auto’s staan een groot deel van de dag geparkeerd.